Afgelopen zaterdag ben ik voor de eerste keer in Delft geweest. Wat een mooie stad! Ik vertel jullie graag over mijn belevingen.

Samen met een vriendin ging ik in de vroege ochtend met de trein op weg naar Delft. In verband met werkzaamheden aan het spoor hadden we vier uur (!) over de treinreis gedaan. Ik ga zelden met de trein. En op de één of andere manier heb ik altijd pech met vertragingen en het missen van aansluitingen als ik dan wel met de trein ga (of het is normaal en ik moet er gewoon aan wennen…).

In Delft aangekomen was ik meteen onder de indruk van de gezellige en knusse sfeer in de stad. De grachten. De hoge herenhuizen. De ambachtelijke winkeltjes. Ik keek mijn ogen uit. De lunch hebben we bij ‘De Sjees’ (achter het stadhuis) in de zon op het terras doorgebracht. Ik heb gesmuld van een heerlijke tosti van spelt brood met geitenkaas, appel en honing. Daarna had ik trek in iets zoets en bestelde ik een stuk appeltaart.

Na de lunch zijn we gestart met onze culturele route door het centrum van Delft. Via de markt liepen we naar de Nieuwe Kerk. Na kort overleg besloten we zowel de kerk als de kerktoren te bezoeken (dit zijn aparte tickets aan de kassa, 3.50 euro per stuk). We begonnen met de kerktoren en dit bleek niet zo gemakkelijk als we dachten. Het waren in totaal 376 treden. Maar nee, geen gewone treden. De trap van de kerktoren was gedeeltelijk van steen met op verschillende plaatsen houten treden ertussen. Naar mate je hoger kwam, werden de traptreden smaller. Daarbij was de trap zelf erg smal, wat claustrofobisch aan voelde. Toen er mensen naar beneden kwamen terwijl wij omhoog liepen, werd dat claustrofobische gevoel alleen maar erger. En het was daar binnen ook nog eens benauwd. Het duurde een tijdje, maar we zijn er gelukkig wel in geslaagd boven te komen. Op 85 meter hoogte genoten we van het mooie uitzicht over Delft (hoewel het voor mij niet echt genieten was want ik heb hoogtevrees (lees: ik stond vastgeklampt tegen de muur en probeerde niet te bewegen)). Ondanks mijn hoogtevrees ben ik blij dat ik het gedaan heb :).

Toen we weer veilig beneden waren, zijn we de kerk ingegaan. We volgden een tijdlijn over de geschiedenis van de Oranjes. Uiteindelijk kwamen we bij het praalgraf van Willem van Oranje (1533-1584) achter in de kerk. In de Nieuwe Kerk zijn ook vele andere Oranjes begraven. Ik vond het erg interessant om gezien te hebben.

Na ons bezoek aan de Nieuwe Kerk liepen we richting de Oude Kerk. Onderweg kwamen we langs een antiekmarkt in een smal straatje vlakbij de markt. Af en toe snuffelden we tussen boeken en kleine snuisterijen. Bij de Oude Kerk aangekomen bleek dat de tickets van de Nieuwe Kerk ook geldig zijn voor de Oude Kerk. Twee vliegen in één klap dus ;). In de oude kerk zagen we onder andere het graf van de beroemde Nederlandse schilder Johannes Vermeer.

Daarna liepen we door naar Museum Prinsenhof. Maar toen we op onze horloges keken, bleek dat het al in de namiddag was. Time flies when you’re having fun! Omdat we nog een lange reis terug hadden te gaan en we nog iets wilden eten voordat we terug reisden, keken we alleen even wat rond in de omgeving.

We aten heerlijke mosselen met frietjes en salade bij ‘Het Konings Huys’ op de markt in Delft (tip van mijn huisgenoot, bedankt meid!). Na het eten kon de terugreis beginnen. We liepen weer vertraging op en ik miste ook nog de laatste treinaansluiting. Maar mijn lieve vriendin wilde me gelukkig graag naar huis brengen.

Het was een lange maar super gezellige dag. Ik heb maar een klein stukje gezien van deze mooie stad dus ik ga zeker nog eens terug.

Waar in Delft moet ik echt naar toe de volgende keer? En waar kan ik nog meer lekker eten? Ik hoor het graag van jullie 🙂

Liefs,
Michelle